Habituatie-onderzoek: Hoe leren baby’s?

In het habituatie-onderzoek richten we ons op de eenvoudigste vorm van leren: habituatie. Habituatie is het vermogen om te wennen aan herhaalde of voortdurende stimuli. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat er grote verschillen zijn in de manier waarop baby’s habitueren. Dit zou wellicht verklaard kunnen worden door individuele verschillen in temperament en/of de stimulus complexiteit.

Om dit te onderzoeken laten we baby’s in de leeftijd van 5 tot 12 maanden kijken naar een scherm waarop afwisselend complexe en simpele plaatjes worden getoond. Door het kijkgedrag van de baby’s te meten kunnen we vaststellen of ze anders kijken naar complexe dan naar simpele plaatjes. Naast het observeren van het kijkgedrag, maken we gebruik van een vragenlijst om het temperament van de baby’s te bepalen. Door de resultaten van deze vragenlijst te koppelen aan de habituatiegegevens, kunnen we onderzoeken of er een verband bestaat tussen temperament en de manier waarop baby’s habitueren. Het onderzoek duurt ongeveer 10-15 minuten.

Lijkt het jullie leuk om mee te doen? Klik dan hier om je aan te melden!

Nieuws

Hoe kennis over pupilgrootte ons verder helpt! 

Eerder hebben we uitgelegd wat habituatie is — de afname in aandacht bij herhaalde prikkels — en hoe we dit onderzoeken: door het kijkgedrag van baby’s te observeren. Het habituatieproces helpt het brein baby’s en kinderen om te leren welke prikkels in hun omgeving belangrijk zijn, en welke ze kunnen negeren.

Tijdens dit onderzoek meten we ook de pupilgrootte van de baby. In een verkennende studie willen we onderzoeken of er een verband is tussen pupilgrootte en het kijkgedrag. Waarom is dat eigenlijk relevant?

Onze pupil reageert namelijk niet alleen op licht, maar ook op aandacht en mentale inspanning. Wanneer een baby minder aandacht geeft aan een prikkel (oftewel: habitueert), verwachten we dat dit zichtbaar is in de pupilgrootte. Pupilgrootte zou daarmee een objectieve maat kunnen zijn voor wat er zich afspeelt in het brein van de baby.

Als we de relatie tussen pupilgrootte en habituatie beter begrijpen, kunnen we deze kennis in de toekomst gebruiken in onderzoek naar onder andere het autismespectrumstoornis (ASS), angststoornissen en bij mensen die zelf niet goed kunnen communiceren, zoals jonge kinderen of mensen met een beperking.

Wij zijn op zoek naar ouders die willen bijdragen aan dit onderzoek. Wilt u meedoen? Via de pagina ‘Doe mee’ kunt u zich inschrijven!